---

Jan Hendricksz Timmer ( Moer)

---

Jan Hendricksz Timmer ( Moer),
geb. op 12-09-1706 te Huijsen,
ged. Gereformeerde Gemeente op 12-09-1706 te Huijsen,
04-12-1724: omgekomen in storm,
ovl. op 05-12-1724 te Huijsen; 19 jaar; Jan Hendricksz Moer,
begr. op 06-12-1724 te Huijsen; Pro Deo.

• Vader:
  Hendrick Jansz Timmer ( Moer), zn. van Jan Tijmensz Timmerman en Grietje Dircks Gooijer ( Goijer),
  geb. in 1676 te Huijsen,
  Gereformeerde Gemeente,
  ovl. op 03-11-1727 te Huijsen; DTB-20: Hendrik Jansz Moer,
  begr. op 07-11-1727 te Huijsen; Pro Deo: Hendrik Jansz Timmerman,
  , -
  HENDRICK JANSZ TIMMER
  Huizen Koptienden (1726-20 1728-20)
  1726-20: v. Jan Tijmensz Timmer 4 kop 1/2
  1728-20: op Meeuwis Gijsbertsz Backer 4 kop 1/2
  -
  Huizen-DTB-5A-Lidmatenregister; 29-10-1702: Aangenomen op Belijdenis: Hendrick Jansen Timmer en Jaapien Swaningh; egteluijden
  -
  Huizen-DTB-19-Lidmaten-1708; Onder Eijnde; 54: Hendrik Jansen Timmer en 55: Jaapien Swaningh
  -
  ORA-184-3176; 13-07-1708: Tot voogden over 't kint van Tijmen Swaninghen werden gestelt Gerrit Swaninghen en Hendrick Jansz Timmer
  -
  Huizen-DTB-12-Impost op Begraven; 07-11-1727: Hendrik Jansz Timmerman: ProDeo
  -
  ORA-184-3201A036; 01-07-1740: Jaapje Swaneke (Vos) weduwe van Hendrik Jansz Timmer mitsgaders Tijmen Hendriksz en laastelijk Pieter (Jansz) Kaars als in huijwelijk hebbende Gijsbertje Hendriks en verklaarden comparanten aan Willem Rebel buijrmr
  deses dorps schuldig te wesen f 225,
  tr. op 19-06-1701 te Huijsen; Impost 10-05-1701: Pro Deo.

• Moeder:
  Jaapien Swaningh Vos, dr. van Swaninck ( Swaningh) Willemsz Vos en Ebbetje Tijmens ,
  geb. in 1676,
  Gereformeerde Gemeente,
  ovl. op 07-07-1741 te Huijsen,
  begr. op 07-07-1741 te Huijsen; Pro Deo,
  , -
  Huizen-DTB-5A-Lidmatenregister; 29-10-1702: Aangenomen op Belijdenis: Hendrick Jansen Timmer en Jaapien Swaningh; egteluijden
  -
  ORA-184-3201A036; 01-07-1740: Jaapje Swaneke (Vos) weduwe van Hendrik Jansz Timmer mitsgaders Tijmen Hendriksz en laastelijk Pieter (Jansz) Kaars als in huijwelijk hebbende Gijsbertje Hendriks en verklaarden comparanten aan Willem Rebel buijrmr
  deses dorps schuldig te wesen f 225.